-
Een vagebond kiest voor ongebaande paden, ook in de mentale ruimte.
-
Een vagebond laat zich niet vastpinnen.
-
Een vagebond leeft, beweegt en denkt voorbij een drempel.
-
Een vagebond heeft zijn zaak op niets gesteld.
-
Een vagebond staat op vertrouwde voet met schaduwen, schimmen en spoken.
-
Een vagebond koestert de allergeringste dingen op zijn route.
-
Een vagebond maakt en draagt zijn eigen huis.
-
Een vagebond is in de stad en in de natuur thuis, maar vooral in het schemergebied daartussen.
-
Een vagebond weet nee te zeggen.
-
Een vagebond is vertrokken zonder te arriveren.
-
Een vagebond speelt, zonder zich in de ernst van het leven te kunnen vinden.
-
In joviale stemming gaat de vagebond naamloos alleen.